gedichten, gedachtes 6

     
   

Gedichten - gedachten 2019 site nr 7



onder – nauwelijks –

geschikt, soms al overziend

ik weet mij geen vorm



nu is nieuw oud (her)

levend geheugen. over

val van wat toen was



kwaad is het onjuist

beantwoorden van wat leeft

heelt niet, maar maakt stuk



ontplooiing streeft. is.

voltooiing kent geen bestaan

soms een glinstering



het leven gaat de

mens te buiten. ongrijpbaar

blijkt juist wezenlijk



inhoud, betekenis

dat vormt body voor mijn geest

daarin ben ik ik



wat was jammer, want

het was, rijkdom, omdat

ik er geweest ben



hervinden van één.

eenheid. nu plaatsvindend eens.

weer opgenomen



zie, voel erken, tot

inzicht in ik. en verwoord

uitdrukkend gesterkt



eenheid, ingebed:

mijn heimwee. naar het gegrond

verbonden zijn, hier



belang stellend werk

ik voort op weg naar mij in

jou en omgekeerd



toenemend de zucht

naar weten, kennis, inzicht

doorzicht naar wat is



inhoud vervloog, want

symbool werd werkelijkheid

vertrouwen geloof



hervonden symbool

dus werkelijk zoals kracht

waar religieus zijn



god sprak uit, schiep het

woord, dat schept: bewust zijn; zo

wij medescheppend



opperste aandacht

herkent. die vorm stierf af. blijkt

aftasten blijvend



mijn grond blijkt rijker

dan die bodem van jou: arm

zuur drijfzand de aard



´werkelijkheid´ is

wat blijkt te werken, zoals

waargenomen ´waar´



zien is een standpunt

alleen god overziet. zie

hoe onmogelijk



er leeft een zin in

mij zij vraagt dagelijks haar

voeding. ik zijn zintuig



ik verlang geraakt

te worden. daar leef ik van

voor, op, naar, om, tot



niet mijn keuze, wel

tot die beslissing gebracht

hoe vrij kan ik zijn



dierbaar vertrouwd, je

kwetsbaar omarmd, parelend

tintelt ons samen



grens sluit verbinding

verbinding ontsluit de grens

tot waar is waar waar?



onvervulbaar een

gemis, blijvend verlangen

om zien om te zien



onderscheid? goed? kwaad?

schiet de werkelijkheid van

‘het is’ dan te kort?



kan het niet kennen

alles ontglipt het begrip

ongrijpbaar als god



mens en wereldbeeld

verbinden, verbonden zijn

mijn (on)geloof



weten, dat kennis

niet kent en weten niet weet

kennis dat te weten



rijk en verveeld wat

wil ik – nog – ben ik – nu – waar

leegte schreeuwt angstig



ik neem waar. waar dus.

voor jou anders, van buiten

innerlijk gelijk



belangrijker: wat

ik niet ken. ontdek en volg

het ongeweten



‘leun op mij, zodat

ik mij sterker voel, waardeer

dus bevestig mij’



leven is ontmoeten

van verhalen, gevormd door

en in mensen



elke weer gave is

symbolisch, want niet de

werkelijkheid zelf



eerst mislukken om

te lukken. anders dan ik

dacht, dat blijkt juist juist



eens was ik, wat ik

nu ben. het stuurt onbeseft:

ik ben, als ik was



ons huis thuisbrengen

grondvesten hervinden, her

ontdekkend bestaan



de drie overstijgt

dualiteit. brengt twee tot

zichzelf in eenheid?



duister diep bruisend

neemt mij mee, neemt mij, neemt. soms

even, is het stil



aandacht betekent

openstaan. de rivier vertelt

wat ik allang weet



leo vroman koos

‘structuur’: alles is daarin

en zijnd verbonden



alle tijd en dan

die denkkramp: wat, wanneer. vrij

zijn, dat zichzelf betwist



zien ons, ervaren

voelen keuzenoodzaak, maar

denken ons vrijheid



vrijheid is volgen

van wat bovenkomt. en we

denken ons vrijheid



de weg is geen weg

slechts aanwezigheid opent

geeft lucht en fundeert



de weg is geen weg

want alleen aanwezigheid

opent en fundeert



blijvend de oergrond

als aandachtspunt. Zo nog steeds

veertien, maar ouder



onverbeterlijk

vergeestelijkt. moeder materie

zoekt vader verstaansgrond



onthullen, dat is

mijn drijfveer; het verhaal blijkt

voedend verrijkend



tot in haar wezen

tot op zijn bodem, tot naar

mijn verste dichtbij



niet de dingen, maar

wat gebeurt. dat ervaren

mijn aanwezigheid



open ervarend

de psychologie van het

religieuze



lees na vijftig jaar

wat ik toen kende, maar niet

wist: er is zoveel meer



verlossing: hernieuwd

niet zijn in het zijnde: zo

hernieuwd verstaan



woorden, begrip, of

niet, taal, mij aansprekend, ik

associeer mij



de gekruisigde?

waarom niet het leven, feest

van de opstanding



religie? ik voel

je knijpen, getroffen door

je wezen, door muziek



jouw kwetsbaarheid en

vertrouwen, slechts samen vormt

het sterk samenzijn



ik ben het zijn

ervaar mij zijnde, ons

wezen van bestaan



filosofie, taal

als eens mondriaan, vreemd

onwennig herkend



ontvreemd van zichzelf

de menselijkheid vreemd: kaal, koud

kil restant, van wat?



liefst éénduidig, vaak

tweezijdig: slechts samen wordt

leven wellevend



geloof: beeldvorming

van gegrond zijn. woordeloos

dus onvatbaar ver



lees en zie het huis

inventariseer, verken

meubels, herplaats



inventariseer:

lees mijn thuis, verken, vernieuw

mijn meubels, herplaats



vraag wat mij ontbreekt

van mijn kamer: schuif en zoek

naar rust en draagvlak



afscheiding is er

naast staan, niet verbonden, is

vreemd, voor jou, voor mij



jij benoemt en ik

denk van daaruit voort: de wereld

verandert met mij



elk woord mist doel: want

vergelijkt symbolisch; wat is

blijkt onvertaalbaar



titels: uittreksel

van wat ik wil verstaan, lees

mij, wat mij raakt, draagt



geloof: metafoor

voor het zijn, onbegrijpbaar

wordt – zo –grijpelijk



omarm mij, vandaag

morgen en overmorgen

armzalig ben ik



denk, beschouw, zie, het

begrip vormt wat als waar schijnt

tilt mij daarin op



onverbloemd oprecht

de weg om waar te zijn, er

voor mijzelf en jou



geblokt, verstopt door

wat vroeg gevraagd werd. opgeëist

verstopt mijn kunnen



wat je voelt is waar

maar waar is niet wat je voelt

ik voel met je mee



opmerkzaam lijkt soms

voorspellend. herinner mij

wat ik nodig heb



iedere kracht vraagt

ongelimiteerd ontaard

sloopt eigen – waarde



buikspiertrainen bij

rugpijn: dit de therapie?

wat weerstaat de pijn



nodig Verlichting

uit voor mijn Romantiek: zo

nodig zijn zij voor mij



de wil tot meer stuurt

ondergraaft, maakt vrij. vereist

anders laveren



midden de tafel

uitnodigend huiselijk

de stoelen staan klaar



vereenzelviging

pars pro toto: ik ben dat

dat ene, juist dat



geraaktheid, wat niet

kon zijn. geen overgave

maar ontroeringsangst



dalen in de rust

van het zijn. afstijgend in

wat is. daar zijn



mystiek is waar. gods

dienst geeft vorm. sluit te vaak wat

openging. kunst wijst



integer stamt van

geheel. slechts geheeld ken ik

vrijheid. waar, hoe ook



ik doe het, omdat

ik het wil, moet, of ‘niet

niet kan doen’(Sendak)



mijzelf voorbij is

de werkelijkheid, waar ik

niet, maar Het wel is



wat ongrijpbaar is

willen begrijpen: godsdienst

de weg, maar weg van



gedragen voelen

dat, niet de vorm, het erin

kunnen geloven



mijn leven leef ik

her innerend wat was, nu

weer, zo herlevend



de ontvangst van

samen. de geest verenigt.

die vereniging draagt



zoek harmonie, daar

na weer de spanning. beiden

zijn mij zo eigen.



onrecht, onterecht

ten onrechte, geen succes

brandt (dat) vroeger schoon



dichtbij gaat het verst

alsof daar vroeger goed

gemaakt moet worden



ik schrijf jou, over

en met mijn taal. spiegel

en realiseer mij



alles is fictie

enkel dit niet: dit schijnt wel

waar waar waarheid is



vrijheid is eng, is

ongekend, is hier, is nu

is wanneer ik ben



ik wil dit niet, maar

het vervangt. mijn keuze, terwijl

ik er niet voor kies



te fijn om spannend

te zijn. meander tussen

sensuele oevers



taal schept de wereld

steeds wordt woord vlees. leven is

een proces verbaal



ervaar en maak mee

beleef: helder op; in een

spiegeling verwoord



het woord wordt. taal schept

de voorstelling. ongrijpbaar

zijn wordt hanteerbaar



bewust in en door

taal gevormd. schept zich door het

woord god en wereld



binnen de vrijheid,

is eng niets, geeft het woord als

scheppende hand vorm



zie de mens sprekend

god, scheppend zijn wereld met

taal, die cartograaf



draagvlak in weten

van niet weten. onbestemd

ik zie jou mij zien



zelfde brein, jij

hebt geluk, zij niet. ongeluk

schept schuld. maar schuldig?



wel de beslissing

niet de keus. ongeluk schept

schuld, maar eigen wil?



je ergste vijand?

dat ben jij: wat je van jou

denkt, voelt, meent te weten



leegte of doen, als

hebben of zijn: zinvullend

vulsel blijft vereist



ik maak de chaos

mee en ervaar soms de

orde daaronder

(wonderbaarlijk zo

geloofwaardig daar dan die

geregelde maat)



de wereld anders

geloof werd fascinatie

wat is blijft anders



de goede orde

dat, wat heelt, dat vertrouw ik

daarin geloof ik



werkelijk geraakt

blaast mij weg, ontziet mij niet

ik ben niet juist wel



kwaad komt door gebrek

inhalig naar een teveel

evenwicht herstelt



kwaad vanuit gebrek

herstel eist zich overmaat

evenwicht herstelt



gewoon goed verveelt

als onrust niet oplost. het

goede afgestraft



jij weet het, maar dat

geeft niet, jou zie ik niet meer

niet mijzelf terug



een voelen dat, het

vertrouwen op, verbinding met

dat weten, voelend dat



arme letter of

rijke inhoud: welke bron stroom

over, bereikt mij



innerlijk verwond

kwaad compenseert, liefde heelt

schept, schenkt vergeving



verdeelde aandacht

op mij hoede voor wat er

ergens onverwachts



slechts perfect voldoet

alles uitgedrukt tekort

sta leeg verlegen



geloof is psycho

analyse: kom tot mij

mijzelf, ons ons zelf



vroeger: god was het

vervlogen ik, was ik; nu

blijkt hoog diepste zijn



conclusie spreekt het

tegen, besluit is tijdelijk: elk

zicht is tijdelijk



geloof is een weg

ontwikkelingsmodel: dus

word doorgrondelijk



beeld: bevlieg mij met

ontmoette taal, warm eigen

lucht, stijg op, vibreer



vroeg verstaan niet

beantwoord. de vraag blijvend

leegte te (ver)vullen



sterven aan leven

om het te ontvangen. winnend

wat verloren leek



lees ‘leeft niet meer’

is dat hetzelfde als ‘dood’?

ik beleef het anders

(of ‘op me wachten’

anders dan ‘me opwachten’)



is het goed, dan toch

niet, want binnen klinkt bestraffend:

wie denk je wel, dat?



onthutst, ontregelt

vreeswekkend dat sublieme

schokt en ontkent



boek, lees, noteer, denk

ervaar, herinner mij mij, zo

zo was, is, het goed



geloof gaat naar dat

wat vertrouwen biedt, draagvlak:

voor mij verbinding



jij, ik, naar binnen

of buiten, verliezen of

verbinden, beiden



wie (of wat) heelt de

mens? wat (of wie) raakt. is iets

(iemand?) losgeraakt?